Martijn & Jan Kees: geen garanties

Hey Martijn,
Is het gegarandeerd dat je op de Europese Tour kunt blijven spelen? Neen. Rolf Muntz speelde ooit elf seizoenen op rij op het hoogste niveau. Maarten Lafeber kwam tot een reeks van dertien, net als Robert-Jan Derksen. Met die aantekening dat Lafeber het uiteindelijk helemaal kwijt was en Derksen vrijwillig stopte. Hij had nog wel een paar jaar in de tank, maar vond dat het zo wel genoeg was. Joost Luiten is met zijn zestiende seizoen op rij bezig en hij kan nog wel een paar jaar mee.
Met andere woorden: topsport kent zijn grenzen. Fysiek, mentaal en economisch. Met dat laatste bedoel ik dat de uitgaven niet groter moeten zijn dan de inkomsten. De twee grote tours zijn een mooi voorbeeld van survival of the fittest. Het zou mooi zijn als de huidige Nederlandse generatie de jonge honden in de achteruitkijkspiegel ziet. Maar wie dan? Dat is mijn brandende vraag. Ik vrees dat we straks – na Joost – niemand meer hebben op de Europese Tour.
Of ben ik te pessimistisch?
Groet en een mooie golfherfst toegewenst,
Jan Kees
Hi Jan Kees,
Op dit moment hebben we vier spelers op het hoogste niveau, al kan het met een beetje pech inderdaad zo lopen dat we aan het eind van het seizoen maar één speler hebben die zijn kaart heeft behouden. Ik ben een optimistisch mens en reken erop dat we volgend seizoen zeker drie spelers op de DP World Tour hebben. Dat wil zeggen: als Joost niet fulltime in Amerika gaat spelen.
Op dit moment staat Nederlands’ beste speler op een van de plaatsen die recht geeft op een kaart voor de PGA Tour en die kans zal hij waarschijnlijk met beide handen aan willen pakken.
Je hebt het over de achteruitkijkspiegel...dat is inderdaad zorgelijker. Want ook als Daan, Darius en misschien zelfs Wil hun kaart behouden, heb je het over een groep dertigers en is de conclusie dat de twintigers het vooralsnog af laten weten. Mannen als Koen Kouwenaar en Dario Antonisse, jongens waar we hoge verwachtingen van hadden en hebben, hebben moeite om de aansluiting te vinden, al is de snelle opmars van een Kiet van der Weele hoopvol te noemen.
Voor zij echter ook maar in de buurt van Luiten, Lafeber, Derksen en Muntz komen, zijn we nog wel even bezig. Meer dan tien jaar je kaart voor het hoogste niveau behouden is knap, heel knap. Ook dat mag wel eens benoemd worden.
Martijn