Landstitels hoofdklasse voor Eindhovensche en Haagsche
Ze moesten er drie jaar op wachten, maar de golfers in de hoofdklasse van de NGF hebben eindelijk weer eens een normale competitie kunnen afwerken. Die leverde meteen twee nieuwe kampioenen op. In de finales op de fraaie course van De Hooge Graven legden de dames van de Haagsche en de heren van de Eindhovensche beslag op de landstitels.
Nabij het rustieke Ommen was de Hooge Graven voor het eerst host van de kruisfinales van de hoofdklasse, en dat zal waarschijnlijk niet voor het laatst zijn. De fraaie bosbaan oogstte veel lof van de spelers, en dat is niet meer dan terecht, want Hooge Graven is één van die verborgen pareltjes die nog te weinig Nederlandse golfers kennen.
Maar op die baan waren het bij de heren de Eindhovensche en de Rosendaelsche die zich ontdeden van de Haagsche en de Hoge Kleij om zich te plaatsen voor de finale. Daar zat op zich geen verrassing bij. Die was er wel in de finale, want favoriet Rosendaelsche – de landskampioen van de laatste twee reguliere competities – zag geen kans de rivaal uit Eindhoven te stoppen.
Dat was ook wel een beetje verklaarbaar. De Eindhovensche heeft momenteel gewoon weer een uitstekend team, dat weer is opgebouwd na de laatste landstitel in 2016, toen op de Goyer werd afgerekend met de Haagsche. Dat gebeurde destijds nog met spelers als Lars van Meijel, Lars Keunen en Stan Kraai in de gelederen, die inmiddels allemaal de status van professional hebben. Niemand van dat team speelt nog mee in de huidige formatie, die volledig nieuw is opgebouwd rond talenten als Lars van der Vight, Jack Ingham en Thom Linssen. Bij de Rosendaelsche ontbrak bovendien de belangrijkste troef: Kiet van der Weele.
,,Natuurlijk voelen we dat als team wel’’, erkende Jorden Jurriëns van de Rosendaelsche. ,,Maar de Eindhovensche heeft gewoon een heel goede ploeg. Na de foursomes hadden we nog wel een kans, maar in de singles kwamen we gewoon tekort.’’
Goede zaken
Met de 4-2 voorsprong uit de ochtendsessie, deed de Eindhovensche in de middag snel goede zaken. Thom Linssen en Lars van der Vight wonnen de eerste twee partijen, waarna de titel al heel dichtbij was. Vierde man Dane Cvetkovic bracht der verlossende punten binnen, en dat betekende dat de overige drie partijen werden ’gegeven’ aan de Rosendaelsche.
,,Eerlijk gezegd was dit wel de uitkomst die we hadden verwacht’’, stelde de Eindhovensche coach Eric der Kinderen. ,,Natuurlijk moet je het uiteindelijk nog wel doen, maar als je kijkt hoe er dit weekeinde door onze jongens is gespeeld, dan denk ik dat we de terechte kampioen zijn.’’
Spanning
Veel meer spanning was er bij de dames, waar De Pan en de Haagsche zich plaatsten voor de finale, ten koste van Houtrak en de Eindhovensche. Voor De Pan leek de eindstrijd uit te draaien op ‘business as usual’. De Utrechtse club grossierde het afgelopen decennium in landstitels en leek dat kunststukje met een nieuwe generatie te herhalen. Maar de 4-2 voorsprong na de foursomes bood geen enkele garantie, want de Haagsche bleef zich goed weren.
Niettemin leken Fleur van Beek en Caroline Karsten met twee eenvoudige zeges toch De Pan de weg naar de titel te wijzen. Met een 8-2 voorsprong lag het kampioenschap voor het grijpen. Maar het liep anders. Myrte Eikenaar en Charlotte Roodenburg brachten de Haagsche weer in het spoor, waarna Petra Gruppelaar ’op zes’ de stand zelfs weer gelijk trok. Alles kwam daarna aan op de vijfde partij tussen Laura Groen en Britt op den Winkel. Die pot ging op achttien naar Groen, de daarmee de Haagsche alsnog de landstitel bezorgde.
Ongelooflijk, vond de Haagse routinier Myrte Eikenaar. ,,De verschillen waren heel klein en we hebben ons nooit rijk gerekend. Maar om tien jaar na de laatste titel weer eens kampioen te worden met de Haagsche, dat is echt fantastisch. Ik ben echt trots op dit hele team.’’
