Hoe meer voorop, hoe hoger het nummer
Goed chippen is natuurlijk essentieel om je scores en je handicap omlaag te krijgen. Niet voor niets zeggen golfers altijd het ‘rond de green te verdienen is’. Met zelfvertrouwen chippen helpt daar zeker bij, maar dan is oefenen onmisbaar.
Bepaal allereerst je clubkeuze. De positie van de vlag is daarbij heel belangrijk. Stel dat je bal binnen tien tot twintig meter van de green ligt, kijk dan of de vlag voorop of achterop staat. Hoe meer voorop, hoe hoger het nummer. Neem dan bijvoorbeeld een ijzer 9 of een pitching wedge. Staat de vlag achterop, neem dan een lager nummer als een ijzer 7 of 8.
Als je hebt bepaald met welke club je gaat chippen, is het principe met elke club hetzelfde. Ga dan als volgt te werk:
- 1. Balpositie in het midden van je stand (Foto 1)
- 2. Houd de handen naar de binnenkant van de linkerknie.
- 3. Houd het gewicht op het linkerbeen in een verhouding van 70 procent links en 30 procent rechts. Dit is wel afhankelijk van de lengte van de chip.
- 4. Gebruik de pendulezwaai zonder polsen. Denk aan de klok: de voeten staan op zes uur, je zwaait van acht tot vier uur. (Foto 2)
- 5. Op impact is het gewicht nog op links, handen nog naar de linkerknie en de bal wordt geraakt in een neerwaartse beweging zodat deze omhoog gaat. (Foto 3)
- 6. In de doorzwaai blijven linkerarm en club in één lijn en blijft het clubblad recht gericht naar het doel. (Foto 4)
Het lijkt misschien eenvoudig, maar het kan ook makkelijk mis gaan door bijvoorbeeld onderstaande fouten:
- 1. Gebruik niet te veel polsen (Foto 5) in de achterzwaai, want dan is de kans groot dat je dit ook in de zwaai naar de bal doet. Gevolg: je kunt lepelen of de bal toppen. (Foto 6)
- 2. Het gewicht op impact is hier nog te veel op het rechterbeen (Foto 7). Veel golfers bewegen tijdens de zwaai te veel met het gewicht naar her rechterbeen (Foto 8) om de bal omhoog te krijgen, maar de kans is juist dan groot dat je topt of lepelt.
Succes met oefenen!
