Luke Yarnold: ‘Bijgeloof zit in mijn kleding’
door Adrienne van der Smagt
Tijdens het interview klimt en klautert het negenjarige broertje van Luke Yarnold in de keuken van de tafel op het aanrecht. Soms heeft Luke last van zijn kleine broertje Tijn, maar ze kunnen ook goed samen spelen. Luke Christiaan Yarnold is dertien jaar en heeft grote ambities. Hij is vernoemd naar opa Chris van moederskant. Luke wil de beste golfer van de wereld worden. Aan huiswerk maken heeft Luke een hekel, aan trainen op de golfbaan absoluut niet. En helemaal niet als het om een training van de NGF gaat.
Wat is leuk aan trainen bij de NGF? Het is heel mooi als je bij de Nederlandse Golf Federatie mag trainen. Het is een eer om in de Nederlandse selectie te zitten en je leert er veel. Op mijn polo zit het logo van de NGF met de Nederlandse Leeuw. De oranje leeuw voelt goed op mijn borst en zit dicht bij mijn hart. Het is leuk bij de NGF dat je vrienden maakt. Ik speel met Olivier van Lelyveld, Tijn Trentelman, Tijmen Batens., Bjorn Driessen en Scott Woltering. We zitten in de B-selectie tot zestien jaar. We trainen met elkaar en spelen wedstrijden. Vaak logeren we ook bij elkaar en dat is heel gezellig.
Van wie heb je NGF-training? Er zijn drie trainers. Guido Loning, Floris de Vries en Ruud Bos. Ze zijn harstikke goed. We trainen heel strak. We zijn allemaal gedreven.
Wie is je trainer op je homecourse? Mijn vader, Mike Yarnold. Hij is pro op de Koninklijke Haagsche Golfclub. Zelf speel ik bij de Haarlemmermeersche Golfclub, maar soms ga ik in het weekend mee met mijn vader naar de Haagsche. Van hem ik heb leren golfen toen ik twee jaar was. Hij heeft mij een goede grip geleerd en een effectieve swing.
De oranje leeuw
voelt goed
op mijn borst
Is het fijn een vader als coach? Ja, heel fijn, want mijn vader gaat vaak mee en dan heb ik altijd een coach bij me. Soms kunnen we weleens een argumentje hebben, maar dat komt altijd weer goed.
Wie vind je de beste golfer van de wereld? Jon Rahm. Hij heeft een mooie sterke korte swing en kan heel ver slaan. Zijn putten is erg goed. Hij ziet er sterk uit. Rahm is breed en traint veel in de sportschool. Ik mag er nog niet naar toe, maar zodra ik oud genoeg ben, wil ik ook mijn spieren sterker maken.
Toen je zes jaar was, was Pippi Langkous je heldin, vertelde je in een eerder interview. Is zij dat nog steeds? Haha, nee, dat was vroeger, toen was ik fan van haar. Nu denk ik meer aan Tiger Woods als held. Iedereen wil zo goed worden als Tiger Woods. Ik ook. Hij is de golfer die veel indruk maakt omdat hij zoveel heeft gewonnen. Hij heeft een enorm goede focus en uitstraling.
Hoe is jouw focus? Dat is mijn sterke punt, vind ik. In een wedstrijd ben ik gefocust op elke shot. Mijn backswing is kort zodat ik de controle over mijn swingbaan niet kan kwijtraken. Ik probeer vaak de vlag aan te vallen, ook als hij net achter de bunker staat. Ik denk van tevoren over de risico’s, hoeveel shots kan de aanval kosten. De eilandhole op de Haarlemmermeersche, een par 3, vond ik vroeger toen ik klein was een beetje een enge hole met al dat water.
Eng? Ja, hole drie van Lijnden is een eilandhole met veel water en maar een klein stukje aan de rechterkant om je bal te laten landen. Vroeger sloeg ik niet direct op de green maar op het open stukje aan de rechterkant. Nu sla ik hem gewoon van de tee. Ik speel trouwens van wit. Meestal maak ik daar een birdie. Laatst speelde ik met mijn moeder en een vriendin de zomeravondcompetitie op de Haarlemmermeersche. Ik won de wedstrijd, ik speelde mijn beste rondje ooit, 5 onder de baan. Daar was ik heel blij mee.
Heb je een lievelingsclub? IJzer 8, dat vind ik mijn lekkerste club. Ik sla er tussen de honderdtwintig, honderddertig meter mee. Het is gewoon een fijne club. Golf is sowieso fijn om te doen.
Wat is fijn aan golf? De uitdaging die je steeds hebt. Je kan jezelf steeds verbeteren, je hebt alles zelf in de hand. Je bent niet afhankelijk van anderen. Golf is echt mijn passie en hoe ouder ik word hoe meer gedreven ik ben. In de toekomst hoop ik gescout te worden door een Amerikaans college.
Je wilt nummer 1 van de wereld worden, welk toernooi staat er bovenaan? The Open. Het toernooi wordt gehouden op een linkscourse. Ik houd van links banen, veel wind, moeilijke bunkers, harde fairways, snelle harde greens. Ik vind putten leuk om te doen, het gaat ook goed. Ik kan er mee scoren. Op dit moment gaan alle vijf, zes meter putts erin. De lijnen zie ik goed en ik voel de snelheid van de green. Linksbanen liggen altijd in een mooie omgeving, heuvelachtige duinen, vaak vlak bij zee. Spannend om een linkscourse te spelen. Ja, het liefst win ik The Open en word ik nummer 1 van de wereld.
En dan? Als ik nummer 1 ben, heb ik de beste spelers verslagen. Ik wil gewoon goed zijn. Als je de beste bent, weet iedereen wie je bent. Ze zullen me herkennen en zeggen, kijk, hij is nummer 1. Dan ben ik de top van alle golfers.
Is school belangrijk voor als je een professioneel golfer wordt? Ja, dat vind ik wel. Alleen is het moeilijk combineren met elkaar. Ik heb een goed plan voor mijn golftraining, maar huiswerk maken doe ik niet zo graag. Maar het moet nu eenmaal, ik zit in de tweede klas van het atheneum op Hageveld in Heemstede. Het leukste vak vind ik gym.
Moet een golfer speciale kleding aan hebben? Het is fijn om goede en mooie kleding te dragen die lekker zit. Als ik een tweedaags toernooi speel en de eerste dag gaat goed, dan trek ik de volgende dag precies hetzelfde aan. Mijn bijgeloof zit in mijn kleding. Het bijgeloof helpt, want ik speel vaak goed de tweede dag in dezelfde kleren.
Klimt en klautert je broertje Tijn vaker over tafels en het aanrecht? Haha, mijn broertje Tijn is heel sportief. Hij schaatst drie keer in de week. Hij kan wel golfen maar hij vindt schaatsen leuker. Hij heeft laatst een medaille gekregen toen hij een schaatswedstrijd won. We zijn trots op elkaar dat we goed zijn in schaatsen en golf.
