Lodewijk Klootwijk en NVG opnieuw vol in lobby
Knokken voor de horeca
door Eric Korver
Net op het moment dat golfbanen voorzichtig weer uit het dal krabbelden, wordt het broze herstel in de kiem gesmoord door nieuwe beperkingen. Dit keer louter ten aanzien van de horeca, maar toch. Lodewijk Klootwijk, directeur van de NVG, ziet wel lichtpunten ten opzichte van de eerste crisis. ,,We zijn in ieder geval nog open.’’
Sportclubs zuchten onder de nieuwe maatregelen van het kabinet om het weer opbloeiende coronavirus beter onder controle te krijgen. In het geval van de meeste sporten betekent dit dat er geen activiteiten mogen plaatsvinden en dat de kantines gesloten zijn. Golf is nog een uitzondering: er wordt gespeeld, maar de horeca in de clubhuizen is wél dicht.
Dat komt, stelt Lodewijk Klootwijk, natuurlijk hard aan. ,,Het belang van de horeca als inkomstenbron verschilt per club, maar wat we nu wel sterk merken, is dat horeca heel belangrijk is voor de golfsport. Even nazitten lijkt niks, maar mensen missen dat écht. Een biertje, bitterballetje, kopje koffie. Dat hoort er echt bij. En oktober kan echt nog wel een goede maand zijn, de banen blijven dan nog druk. De horeca draait dan doorgaans ook aardig, en dat maakt de sluiting zuur.’’
Klootwijk ziet hoe de scherpste randjes inmiddels weer van de beperkingen af zijn. Met het Platform Ondernemende Sporten (POS) knokt hij voor de horeca, is constant in gesprek met de beleidsmakers bij de overheid. En dat maakt ook nu weer een verschil. ,,Wat we nu voor elkaar hebben, en aanvankelijk niet, is dat de clubhuizen weer worden gelijkgeschakeld met gewone horeca in plaats van te worden aangemerkt als sportkantine. Heel belangrijk, want dan kan er bijvoorbeeld weer worden gewerkt met afhalen. In het voorjaar heeft een aantal clubs daar heel goede zaken mee gedaan: afhaalmaaltijden, maar ook gewoon een kopje koffie mee de baan in.’’
Zooitje
Bizar was ook dat de sleutel in eerste aanleg in handen was van de veiligheidsregio’s. En die zorgden soms voor heel curieuze situaties door grote verschillen tussen de ene en de andere regio. ,,Zelfs bínnen de regio’s was de horeca op sommige banen open en andere dicht’’, weet Klootwijk. ,,Het is uiteindelijk de gemeente die handhaaft, en ieder gaf zijn eigen interpretatie aan de richtlijnen. Zo is het ook voorgekomen dat binnen een veiligheidsregio de horeca eerste dicht moest en daarna open mocht, en andersom. Het is een zooitje geweest. Namens de POS hebben we echter alle regio’s aangeschreven. Dat heeft in sommige gevallen een verschil gemaakt. Er waren ook gemeentes die durfden te zeggen dat de horeca het zó goed voor elkaar had dat ze open mocht. Dat is heel goed.’’
De golfsport plukt nu de vruchten van de contacten die de NVG en het POS in de eerste crisis opbouwden. Het Platform kan, vertelt Klootwijk, nu rechtstreeks schakelen met het ministerie van VWS. ,,De nieuwe maatregelen werden dinsdagavond bekend, woensdagochtend zaten wij al aan de lijn met VWS om samen interpretaties te vinden die we acceptabel vonden. Daarin is ook de 30&4 regel ter sprake gekomen. Die was heel rottig omschreven op de website van de overheid, maar werd na ons gesprek wél aangepast. Samen zoeken naar mogelijkheden, rechtstreeks schakelen met het ministerie. En binnenkort gaan we weer in gesprek met de minister, op initiatief van de minister. Dat hebben we nooit gehad, maar dat ongelooflijk goede contact is nu heel waardevol.’’
Twee borden
De NVG trekt daarin samen op met NGF, in een nauwe samenwerking. Er is, legt Klootwijk uit, heel veel contact. ,,Zij werken meer via NOC NSF, wij via het POS. Maar dat schaken op twee borden werkt. Het maakt ons allebei sterker.’’
Opvallend is wel dat de golfsport in de voorbije maanden aan een sterke opmars bezig was. Wachtlijsten stroomden weer vol, starttijden waren schaars. De NVG constateerde dat ook – uiteraard tot haar genoegen. De opleving heeft waarschijnlijk te maken met de veiligheid van de golfbaan. ,,Dat denken we wel’’, erkent Klootwijk. ,,Maar het komt ook doordat andere vormen van vrijetijdsbesteding minder veilig zijn of zelfs niet mogelijk. Teamsporten zijn nu weer uitgesloten, dan staat de deur naar golf open.’’ Gevolg: volle banen. Daarbij werden op de clubs naar greenfee-spelers gewezen, maar Klootwijk weet beter. ,,Wij meten de rondes en weten wat ledenrondes zijn. Als je greenfee’s en strippenkaarten optelt kom je aan minder betaalde rondjes tegen veel meer ledenrondjes. Dat is echt geëxplodeerd, met op sommige banen tot wel vijftig procent meer rondjes dan vorig jaar.’’
Kansen
In het voorjaar stelde Klootwijk nog ‘never let a good crisis go to waste’. Met andere woorden; probeer voordeel te halen uit deze beroerde situatie. ,,Dat is precies wat er nu gebeurt. ,,We hebben nu kansen in golf, maar dan moeten we wel die nieuwkomers vasthouden.’’ Da’s nog niet zo eenvoudig. Bij het meten van de klanttevredenheid blijkt opvallend genoeg dat de beoordelingen van nieuwe golfers structureel omlaag gaan. Verontrustend, vindt Klootwijk. ,,Want juist die zouden heel tevreden moeten zijn. Maar kennelijk is het zó druk dat er te weinig aandacht is voor die nieuwe mensen. De kunst is dus wel die aandacht te blijven geven. Aandacht en sociale binding zijn de dingen die mensen vasthouden, en dan komt het met golfen wel goed. Overigens geldt dit niet voor alle banen hoor. Er zijn ook banen die bij de nieuwe leden onwaarschijnlijk goed scoren.’’
Met andere woorden: dit jaar is rampzalig, maar kan wel de opmaat vormen naar betere jaren. ,,Exact daar hopen we op. Maar we hebben het zelf in de hand om voor een nieuwe piek te zorgen.’'