Foto 1
Foto 1 (Foto: )

Tips & Tricks

Enthousiast zijn we bij de herstart van het golfseizoen allemaal. Maar misschien ook een beetje roestig. Om dat te verhelpen geven vier professionals van Golfpark Wilnis en De Kroonprins Vianen nuttige tips & tricks. In deze vierde en laatste aflevering behandelt Ronald van Meeteren een gevreesd onderwerp: de kale ligging.

Wat te doen bij een kale ligging?

Golf is groen. Tenminste, in de perceptie van veel golfers. Een bal hoort te rusten op een bedje van groen, zacht, mals gras, waar een club heerlijk doorheen kan glijden. Een ideaalbeeld, maar de keiharde werkelijkheid is soms anders, en letterlijk keihard: de kale ligging. Een schrikbeeld. Want hoe ga je als golfer om met zo’n nare ligging?

Veel golfers hebben inderdaad die voorkeur voor een zachte ondergrond. Met een vergevingsgezinde grasmat is het veel eenvoudiger om de bal in de gewenste balvlucht te krijgen. Maar, zoals iedere golfer weet: je hebt het niet altijd voor het zeggen. ’Play the ball as it lies’ betekent dat je het ook met een harde ondergrond moet kunnen doen. Met name in droge periodes kun je te maken krijgen met kale liggingen, zoals te zien op foto 7 en 8.

De meest voorkomende fout bij zo’n kale ligging is dat met het clubhoofd eerst de grond wordt geraakt, in plaats van de bal. Dit heeft tot gevolg dat je de bal topt, waardoor hij niet de gewenste balvlucht maakt, maar over de grond wegschiet. Ook bij een kale ligging wil je natuurlijk eerst de bal raken en dan pas de grond.

De volgende aandachtspunten tijdens je voorbereiding helpen je om dit te bereiken.

Maak een gewichtsverdeling van zestig procent op het linkerbeen, waardoor je handen in feite voorbij de bal zijn (Foto 1). De balpositie is meer rechts van het midden dan normaal bij een swing gebruikelijk is.

Tijdens de swing is het essentieel dat het gewicht op het linkerbeen blijft (Foto 2). Hierdoor zal de club steiler naar beneden komen, waardoor de bal neerwaarts wordt geraakt (Foto 3). Let er ook op dat je eindigt met het gewicht op het linkerbeen (Foto 4). Het resultaat is dat je eerst de bal raakt en dan pas de grond, waardoor de bal - ook vanaf een harde ondergrond - de gewenste balvlucht krijgt.

Dezelfde techniek kun je ook gebruiken wanneer je bijvoorbeeld dicht bij een bunker ligt op een moeilijke ondergrond (Foto 5). Ook daar moet je in zo’n geval steil inkomen op de bal.

De positie op impact is dus in al deze gevallen cruciaal. Op foto 6a nog eens de juiste stand op impact, op foto 6b de verkeerde stand op impact, namelijk juist met gewicht op links, fout met gewicht op rechts.

Dus hoe lang de zomer nog duurt: het maakt niet uit zolang je deze uitgangspunten maar mee de baan inneemt.

Veel succes met oefenen!

Foto 2
Foto 3
Foto 4
Foto 5
Foto 6a
Foto 6b
Foto 7
Foto 8