Vier Nederlanders op Gran Canaria in de top dertig
Wentelen in weelde
Het Nederlandse golf wentelde zich vier dagen lang in weelde. Op het Canarische eiland Gran Canaria lieten onze landgenoten zich uitstekend zien in het Lopesan Open. Vier Nederlanders eindigden in de top dertig, en dat moet voor ons land het beste resultaat zijn in de historie van de European Tour. Dat is een prettige momentopname, maar schetst ook het perspectief voor de toekomst.
Twee mannen noteerden uiteindelijk een positie in de top tien. Joost Luiten en Darius van Driel eindigden beide op de gedeeld achtste plaats, met een score van liefst zestien onder par. Dat laatste was overigens niet zo verbazingwekkend, want de course van Lopesan is een baan die is aangelegd voor toeristen, en al vanaf het begin was het duidelijk dat de beste golfers van Europa die course zouden afbreken. Luiten en Van Driel werkten daar aardig aan mee, in het kielzog van de uiteindelijke winnaar, de pas 21-jarige Zuid-Afrikaan Garrick Higgo, die liefst 25 onder par noteerde.
Wil Besseling zal daar met gemengde gevoelens naar hebben gekeken. De Noord-Hollander was in de eerste twee ronden van absolute wereldklasse. Zonder ook maar ergens een schot te laten vallen, prijkte hij op een prachtige tweede plaats met een totaal van dertien onder. Dat beloofde veel voor het weekend, maar juist daarin kende Besseling problemen. Opeens verschenen er wel bogeys op de kaart en had hij moeite om zowel de fairways als de holes te vinden. Op zaterdag bleef Besseling ternauwernood onder par, op zondag slaagde hij daar niet in. Een flinke duikeling in het klassement was het gevolg. Besseling eindigde op plaats 29, samen met Lars van Meijel, die een prima toernooi afwerkte en vier dagen ruim onder par bleef om uiteindelijk dus net als Besseling te eindigen op dertien onder par.
Positief
Na het inleveren van zijn kaart kreeg Wil Besseling echter te horen dat hij voor de slotronde positief was getest op Covid-19, iets wat in het hele weekend wellicht al van invloed was op zijn spel. Besseling kon direct in een tiendaagse quarantaine, samen met zijn caddie Martijn van Oosterhout. Die testte weliswaar negatief, maar is natuurlijk lang in de directe nabijheid van Besseling geweest.
Joost Luiten zette dus een goede reeks voort, ook al kon hij zich op Gran Canaria nooit echt bemoeien met de strijd om de winst. Na de eerste dag ging hij weliswaar mede door een hole-in-one – zijn vijfde op de European Tour - nog wel aan de leiding, maar daarna zag Luiten de leiders weglopen. Maar zijn achtste plek paste prima in het rijtje van een zevende stek in Kenia en een twaalfde in Oostenrijk.
Restaurantje
Luiten had het sowieso naar zijn zin op het Canarische eiland, waar voor het eerst in lange tijd de door hem zo verfoeide beperkingen wat waren verlicht. ,,We hoefden niet meer verplicht in het hotel te blijven, maar mochten ’s avonds naar een restaurantje. Dat maakt het Tour-leven meteen een stuk leuker en relaxter. Eten mag vooralsnog alleen buiten op de terrassen van de restaurants, maar dat is prima want het is heerlijk weer. Overdag is het een graad of 25, een groot verschil met Oostenrijk afgelopen week, daar was het zeker tijdens de oefendagen echt ijzig koud’’, vertelde Luiten opgewekt.
Opgewekt was naderhand ook Darius van Driel, die vier stabiele rondjes afleverde en zo zijn tweede plaat is de top tien in drie toernooien scoorde. Eerder was de Leidschendammer al tiende in Kenia. Van Driel noteerde in het Lopesan Open achttien birdies en moest slechts twee keer een slag inleveren. Tussen die twee bogeys was hij liefst zestig holes schadevrij. ,,Het was solide’’, constateerde ook Van Driel zelf. ,,De eerste drie dagen was ik niet zo tevreden over mijn drives, maar op deze baan kwam je daar wel mee weg. Op de laatste dag stond er meer wind en was mijn spel gelukkig ook beter. Een achtste plaats is natuurlijk een goed resultaat.’’
