Titels Rosendaelsche en Eindhovensche

De Rosendaelsche en de Eindhovensche hebben beslag gelegd op de landstitels in de hoofdklasse. Dat gebeurde in een alternatief evenement over drie dagen op het Rijk van Nijmegen.

Daar werd eerst op vrijdag kwalificatie gespeeld, waarmee het aantal teams werd teruggebracht tot acht. Vervolgens werden er op zaterdag twee verkorte ronden knockout gespeeld, waarna op zondag wel volgens de traditionele vorm om de titels werd gespeeld. Dit alles omdat de reguliere competitie voor het tweede jaar op rij vanwege corona werd geschrapt.

Bij de heren spitste de strijd zich op zondag toe tussen titelverdediger de Rosendaelsche en de verrassende Hilversumsche. De verschillen bleken minimaal. Na de foursomes leidde de Rosendaelsche met 4-2,waarbij twee partijen pas op de achttiende werden beslist. In de ingles spande het er lang om. Kiet van der Weele bezorgde Rosendaelsche een goede start, maar daarna kwam Hilversumsche langszij door zeges van Piet-Hein Bakkenes en Samarth Kumar. Rick Hessing was snel klaar met Dirk-Jan Rissik, waarna Tom van Balen de beslissende punten binnenhaalde voor Rosendaelsche: 10-8.

Eindhovensche en De Pan waren de finalisten bij de dames, en ook daar spande het er lang om. De Eindhovensche kwam met een 4-2 voorsprong uit de foursomes, maar zag hoe Lynn van der Sluijs en Noa van Beek in de eerste twee singles De Pan aan de leiding hielpen. Het venijn zat echter in de staart bij de Eindhovensche. Floor Vroomans, Jasmijn Villhaber en Anouk Klarenbeek sleepten drie van de laatste vier partijen binnen en zorgden er zo voor dat de titel weer eens in Brabant belandde.