Leo van de Ruit (1947-2024): Liefhebber tot in elke vezel

Amateurs
Leo van de Ruit op de plek waar hij zo graag was: de golfbaan. (Foto Hélène Wiesenhaan)
Leo van de Ruit op de plek waar hij zo graag was: de golfbaan. (Foto Hélène Wiesenhaan)

Leo van de Ruit werd een carrière van zo’n vijftig jaar in de sportjournalistiek toegedicht, maar eigenlijk waren dat er gewoon zestig. Van de Ruit is namelijk nooit gestopt met schrijven. Het enige dat hem daar uiteindelijk van weerhield, was de dood.

Die lange journalistieke loopbaan voerde Leo van de Ruit niet alleen langs diverse media als De Limburger, De Telegraaf en het ANP, maar ook door de werelden van diverse sporten. Hij voelde zich uiteindelijk het meest verwant met wielrennen en roeien. Van de Ruit deed liefst zestien keer verslag van de Tour de France, bezocht vier keer de ronde van Italië, berichtte liefst 22 keer over het WK roeien en was aanwezig bij zes Olympische Spelen. Daarnaast was hij als verslaggever ook nog eens veertien keer bij een Grand Slam-toernooi in tennis.

Het zijn cijfers die een grote loopbaan als sportverslaggever markeren, maar ook zijn nooit aflatende bevlogenheid.

Pas later kwam Leo van de Ruit in aanraking met de golfsport, die hem óók meteen pakte. Daarom was hij zo’n dertig jaar een vast gezicht als verslaggever bij het Dutch Open, waar hij de verhalen vastlegde van uiteraard de Nederlandse topspelers, maar ook die van de buitenlandse grootheden die schitterden op de Nederlandse banen. Ballesteros, Olazábal, Faldo, Langer, Montgomerie en McIlroy; Van de Ruit sprak ze allemaal.

Hij reisde ook af naar de Verenigde Staten om persoonlijk de verhalen te maken over de Masters, en maakte zo actief de opkomst en neergang van Tiger Woods mee. Van de Ruit toog ook naar de andere kant van de Noordzee voor het Brits Open.

De liefde voor de sport ging echter verder dan verslaggeving. Van de Ruit was tot in elke vezel een liefhebber van de golfsport, en deed zeker na zijn pensionering ook weinig liever dan golfen, al was de levensgenieter Van de Ruit ook altijd te porren voor een terrasje met een lekker glaasje wijn of voor een gezellig diner. Maar ín de baan trachtte hij wel altijd zijn beste spel te laten zien. Niet voor niets liet hij regelmatig weten weer eens de professional te hebben bezocht op zijn homecourse Zeegersloot. ,,Mijn swing is er weer helemaal’’, sprak hij dan met een lach. Ook fysiek probeerde Van de Ruit zo fit mogelijk te blijven, want hij begreep dondersgoed dat goed golfen een stuk makkelijker werd als je lijf meewerkte. Zijn handicap 16 speelde hij dan ook regelmatig.

Van de Ruit kende ook alle Nederlandse golfers van enige betekenis. Toppers als Rolf Muntz, Maarten Lafeber, Robert-Jan Derksen en Joost Luiten volgde hij op de voet, maar hij had ook oog voor de jonge aanstormende talenten. In 2012 trok hij vele vaderlandse golfers voor het voetlicht in zijn grote boek Bunkerblues over het ‘vallen en opstaan der Nederlandse golfhelden’, dat lang een standaardwerk was voor elke golfliefhebber.

Dat was zeker niet het enige boek van Leo van de Ruit. Wielerliefhebbers verblijdde hij met het boek De Kneet over Gerrie Knetemann en Tussen Bordeaux en Alpe-d’Huez: 100 jaar Nederlandse wielergeschiedenis. Het meeste publiceerde hij echter over roeien, zoals Olympisch Vuur der IJdelheid, De Hel van Twee Kilometer en het prachtige De Pijn van Water, het logboek van de Holland Acht die bij de Spelen van 1996 in Atlanta goud veroverde.

Apart in zijn oeuvre is nog het boekje over Tom van Teijlingen, een fictieve Nederlandse golfheld. Dat schreef hij samen met Ruud Onstein, met wie hij jaren in het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Golfspelende Journalisten zat.

De betekenis van Leo van de Ruit voor de Nederlandse golfsport laat zich moeilijk in woorden vangen. Dat hij twee keer de Golfpersprijs op zijn naam schreef, zegt zeker iets, maar lang niet alles.

In april vorig jaar schreef Leo van de Ruit voor dit magazine in een column over Jan Dorrestein de volgende woorden:

’Golfcompetitiemaand vol droefenis. Jan Dorrestein overleden, 77 jaar. Veel te vroeg gestorven. Hij had nog zoveel golf in zich.’

Precies dat kunnen we nu helaas ook over Leo van de Ruit zelf zeggen.

Leo van de Ruit met de Golfscheurkalender die hij de laatste jaren samenstelde. (Foto Ruud Taal)
De cover van het boek Bunkerblues, dat in 2012 verscheen.
art cover
Leo van de Ruit (1947-2024): Liefhebber tot in elke vezel
6 mei, 21:25
art cover
Routines: geheim van consistent golfen
30 apr, 11:08
art cover
Zakelijke netwerken samen de grootste
19 apr, 09:00
art cover
Column: Martijn & Jan Kees
19 apr, 09:00
art cover
De mooie comeback van Matteo Manassero
15 apr, 09:00
art cover
Links Valley al voor vijfde keer op rij de beste 9-holes golfbaan van Nederland
13 apr, 09:00
art cover
Aydan Verdonk: verstand boven kracht
10 apr, 11:19
art cover
Vince van Veen maakt volwassen keuzes
10 apr, 11:17